LOG/DIEPTEMETER

Het zijn vitale gegevens voor de schipper: de diepte van het vaarwater en de bootsnelheid door dat water. Vaak is deze informatie gecombineerd en één display en in één ‘transducer’.

De term dieptemeter is feitelijk onjuist. Een dieptemeter werkt op waterdruk en wordt bijvoorbeeld door duikers gebruikt. Een betere omschrijving is ‘echolood’ of het Engelse ‘depth sounder’: de diepte wordt gepeild met geluidpulsen en de echo daarvan op de bodem.

Diepte
De onderzijde van een transducer, het akoestisch venster, bestaat uit een groot aantal elementjes, ingegoten in rubber. Die elementjes zetten alle uit als er stroom doorheen loopt, waardoor het akoestisch venster naar buiten wordt gedrukt. Dit gebeurt tienduizenden keren per seconde, wat ultrasone geluidspulsen veroorzaakt. Bij de echo verloopt het proces andersom: de echopuls drukt de onderkant van de transducer in, waardoor er een stroom gaat lopen. Dit elektrische signaal wordt omgezet in een diepteaflezing. De geluidssnelheid door het water is ongeveer 1500 meter per seconde. De tijd in microseconden die de zendpuls nodig heeft om naar de bodem te reizen en als echo terug te komen is de maat voor de waterdiepte.

Snelheid
In dezelfde transducer zit een schoepenwieltje, dat door langsstromend water gaat draaien. Het aantal omwentelingen, geregisterd door een sensor, heeft een direct verband met de snelheid door het water. Op stromend water wijkt die watersnelheid vaak af van de gps-snelheid, de snelheid over de grond. Het verschil is een indicatie van de stroom in het vaarwater.

Plaatsing
De plek van de transducer in de romp is cruciaal. Zo moet onder helling de gever te allen tijde onder water blijven. Voor de geluidsimpulsen moet er een zekere afstand worden gehouden van bijvoorbeeld de kiel. Voor de snelheid moet niet-turbulent water langs het schoepje stromen. Een plek voor de kiel is gebruikelijk, ernaast kan ook.

De log/dieptemeter moet weten hoe diep de transducer zich onder de waterlijn bevindt. Want de diepte (WA) moet bij de waterdiepte (GA) worden opgeteld. Veel schippers stellen de dieptemeter zo in dat de waterdiepte onder de kiel wordt gegeven. Interessanter is de instelling op de totale waterdiepte, zodat je op dieptelijnen op de kaart kunt navigeren.

Bron: Waterkampioen december 2015
Auteur: Bert Bosman